De weg door de eindeloze prairie is lang en verlaten, maar troostend. Het land is leeg. Geen huizen, geen boerderijen. Niks. Heel af en toe een pick-uptruck die je tegemoet komt. Vanaf het stuur steekt men de wijsvinger op. De lange weg loopt door een glooiende zee van blauwgroen gras met wat bloemen ertussen. Daarin kun je de sterke wind zien waaien. Daarboven een heldere blauwe lucht met een grote bloemkoolwolk in de verte. Het plaatsje waar ik heen wil, is nog maar drie uur rijden. Ondertussen wordt de wolk steeds groter en donkerder. Ik rij er met een mooi gangetje op af.
Na een uur zit ik er middenin. Een zwaar onweer. Alles is groter in Amerika. Zelfs de regendruppels. Het wordt hagel. Ik zal er geen tennisballen van maken, maar hagelstenen zo groot als knikkers zijn het zeker. Ik ga zachter rijden. De wind is enorm. Alleen de vlakte, de weg en ik in een auto. Verder is er niks. De huurauto heeft satellietradio. Die zet ik aan en ik zoek naar een nieuwszender. Daar hoor ik niks over onweer. Wel de eerste berichten over een aanslag op Trump.
Dit was vorige week zaterdag. Het onweer was over toen in aankwam in Malta, Montana. Nadat ik ingecheckt had in het motel, ging ik in de diner aan de bar zitten. Aan de tafels in dat restaurant zaten mensen op hun gemak te eten. Boerengezinnen met honkbalpetten op. Geen opwinding. Er kwam een oude man in een tuinbroek naast me zitten. Hij vroeg aan de barvrouw of de tv die boven de bar hing, omgeschakeld kon worden naar CNN. Ze zei dat ze het nieuws te controversieel vond nu. We keken verder naar de honkbalwedstrijd.
Na het eten ging ik een deurtje verder. Een saloon. Daar was meer reuring. Mensen hadden gedronken en waren boos. Maar ook dankbaar. God had er persoonlijk de hand in gehad dat Trump nog leefde. Daar waren ze het over eens.
Ik ben inmiddels in Chicago. Een week en 1200 mijl verder. Onderweg met veel mensen gepraat. En allemaal, vriend of vijand van Trump, allemaal komen ze erop uit dat God gezorgd heeft voor een goeie afloop van de aanslag. Behalve de native met zijn lange zwarte haar, die ik sprak bij een benzinepomp in de Cheyenne River Indian Reservation. Hij zei dat het raak geweest was als hun oude prairie spirits het voor het zeggen hadden gehad.
Dagblad van het Noorden, 20 juli 2024