Soms is 5 minuten praten beter dan een half uur denken. Daar heeft die kameraad, met wie ik net een uur gepraat heb, een punt. Toen ik zei dat ik naar huis ging, zei hij dat ik altijd langs kan komen om even te praten. Hoeft niet per se een lang gesprek te zijn. Soms is 5 minuten praten beter dan een half uur denken.
Hij vertelde mij van alles tijdens ons gesprek. Met de ogen rood sprak hij over ontmoetingen met wildvreemden. Ik luisterde aandachtig. Hij heeft in zijn leven veel meegemaakt. Mooie dingen, vreselijke dingen. Zoals in elk leven misschien. Alhoewel bij hem de vreselijke dingen de mooie dingen overtreffen.
Ik herinner me opeens een andere uitspraak van hem. Jaren terug zei hij: „Sommige mensen zweven door het leven, en ik word door het leven heengetrápt.” Als je zo’n uitspraak hoort, moet je eerst lachen. Ook omdat het zo waar is en omdat het eigenlijk heel erg is. Niet mooi om te lachen om iets ergs. Maar wel mooi dat lachen bestaat. Want wat moet je? Lachen is goed. Ik heb een vriend met wie je ook erg kunt lachen. Een uiterst serieuze intellectueel die daardoor uitzonderlijk geestig kan zijn. Toen ik de eerste keer bij hem op bezoek kwam, zei hij nadat hij m’n jas aangenomen had: „Gao mar zitten.” Uit beleefdheid – ik wilde niet op zijn plek gaan zitten – vroeg ik: „Wat is joen stoel dan?” Hij antwoordde: „Al dizzen stoeln bint van mie.” En dan die ogen.
Na het lachen hebben we toen ook mooi gepraat. Over van alles. Dat doen we nog vaak.
Dat is toch heerlijk aan mens zijn? Dat je met elkaar kunt praten. Mensen hebben altijd naar vogels gekeken en gedacht: kon ik maar vliegen. Ja, dat zou mooi zijn. Maar reken er op dat die vogels soms denken: kon ik maar praten.
Ja, ze hebben misschien wel contact via het fluiten. Maar daarmee kun je denk ik niet filosoferen over hoe de toekomst er uit moet zien. Een papegaai kan toch praten, denken sommigen van u nu. ‘Koppiekrauw’ schreeuwen en wat klanken nabootsen is geen praten. Praten is met elkaar een boom opzetten. Of vertellen over rot-ervaringen. En dat iemand daarnaar luistert. Of een mooi, oud verhaal vertellen. Of iemand de wacht aanzeggen. Al pratende kun je grote bergen trotseren. Diepe dalen doorkomen. Troosten en helpen. Maar ook ruziemaken en iemand diep kwetsen.
Het eerste woordje van een kindje wordt gevierd als een feest. De laatste woorden van een stervende worden generaties lang onthouden.
„Es ist vollbracht”, sprak Jezus aan het kruis. Zijn laatste woorden. Bach zette het lijdensverhaal van Christus volgens Johannes op muziek. De Johannes Passion. De aria Es ist vollbracht die daarin voorkomt, galmt voor eeuwig door het universum. Carnaval is achter de rug. Tijd om die Bach-Passionen weer te draaien. Uit het raam kijken terwijl Jezus op Bachs muziek zijn laatste uren beleeft. Daarna stilte. Zwijgen. Maar voor ik die muziek opzet, bel ik eerst nog even een kameraad uit het Westen terug. Even praten.