Toen ik begin jaren negentig voor het eerst een lied schreef in de taal van thuis, schreef ik die taal zoals het klinkt. Loop’m, schreef ik bijvoorbeeld. En eem wacht’n. Al snel kwam ik daardoor in contact met mensen uit de ‘streektaalwereld’. Toen leerde ik dat de taal die wij op Erica spreken Nedersaksisch is. Dat er in Drenthe grofweg zeven varianten Drents bestaan. En dat het Drents, samen met het Gronings, Sallands, Twents, Achterhoeks, Veluws en het Stellingwerfs varianten zijn van het Nedersaksisch, een taal die ouder is dan het Hollands en het Duits. Over de grens in het noorden van Duitsland spreken ze – bijna tot Berlijn aan toe – ook Nedersaksisch. Ik leerde dat er een officiële spelling bestaat. En dat je dus niet hebb’n of heb’m moet schrijven, maar hebben. In het Hoogduits schrijft men immers ook haben en niet haab’m. Het ‘inslikken van de n’ is ook in het Hoogduits heel normaal. Om de taal serieus te nemen, is het erg belangrijk om dus niet allemaal ‘komma ennen’ te schrijven.
Ik begon destijds ook met het verzamelen van boeken over of in de streektaal. Prachtige dichtbundels in Plattduuts. Natuurlijk de Bijbel in het Twents, waar Anne van der Meiden jaren en jaren aan gewerkt heeft. Groningse verhalen. Maar ook Asterix en Obelix in het Noord-Duits. Asterix schnackt Platt, staat er voorop. Schnacken betekent dus praten. Grappig, bij ons is snakken opscheppen. Grootspraak. Maar van oorsprong dus hetzelfde woord.
Als je je verdiept in het Nedersaksisch kom je vanzelf bij Widukind, de hertog der Saksen, terecht. Die vocht rond het jaar 800 met zijn Saksische leger tegen Karel de Grote. De Saksen verloren. ‘We’ werden gekerstend. Alleen de taal en een paar gebruiken, zoals het paasvuur, zijn overgebleven uit die voorchristelijke tijd.
Laatst zei iemand tegen me dat het zo bezig zijn met Nedersaksisch en de geschiedenis van het Saksische gebied ‘wel een beetje riekt naar Blut und Boden’. Ik zei: ,,Als Widukind destijds een boek had geschreven dat door de Saksen van nu als heilig werd gezien en waarin opgeroepen werd tot strijd tegen iedereen die niet Saksisch is, dan had jij een punt. Het is gewoon interesse in een taal en een wereld die bijna verdwenen zijn.”
Dagblad van het Noorden, 24 maart 2018