Hij heeft nooit veel licht in de kamer. Paar kaarsen eigenlijk alleen maar. Stompkaars op een muurtafeltje waar hij z’n drank onder heeft staan. Berenburg, Apfelkorn, Jameson en een vaag kruikje kruidenlikeur. Op de tafel staat een lege wijnfles met een brandende kaars er in. En hij heeft een paar waxinelichtjes in een schoteltje op een hoog tafeltje naast de TV staan, die altijd uit is. Ik snap ‘m wel. Het schaarse licht geeft z’n woonkamer een gezelligheid die de meeste huizen verloren hebben, of nooit hebben gehad, sinds de mode voor binnenshuis leeg, wit, licht en galmend voorschrijft. Nee, deze kamer heeft meer van doen met een schilderij uit de zeventiende eeuw. Of met een polaroid uit de seventies. Dikke donkere gordijnen ook.
We kennen elkaar al vanaf de lagere school. Daarom vond ik het ook zo apart dat hij zei dat hij blij was dat ik niet kwaad op hem was. Ik ben nog nooit kwaad op hem geweest. Hij wilde het er verder ook niet over hebben. Alleen maar dat hij dacht dat hij misschien wat verkeerds had gezegd laatst op dat feestje. Dus ik zei dat ik geen idee had waarover hij het had. Dat werd verder ook niet duidelijk. Maar hij had er wel een week mee gelopen. Ik zeg nog, ‘stuur me dan even een berichtje!’ Want er was echt niks.
Hij ging in de benen, liep de keuken in en kwam terug met een pak stroopwafels. „Dit zijn de lekkersten. Weet bijna niemand. Bakkertje die geen winkel heeft verder. Verkoopt alleen aan kenners. Nog goedkoper dan bij de winkel. Maar met echte boter. Laat dat bakkertje komen uit Duitsland. Daar lopen nog een paar koeien die grazen in een weiland met niet alleen maar modern powergras. Nee, oorspronkelijk gras. En ook klaver, wilde kruiden, zuring en weet ik wat allemaal. Dat proef je terug in die boter. Gebruiken ze voor deze stroopwafels. Uniek in de wereld.”
Ze waren inderdaad lekker. We hebben nog de hele avond over van alles gepraat en gelachen over sommige dingen. Toen de waxinelichtjes op het schoteltje vanzelf uitgingen, wist ik pas dat hij de hele week had zitten tobben over iets wat hij dacht wat hij had gezegd over mijn auto. En daar heb ik hem nog nooit iets verkeerds over horen zeggen.
(Dagblad van het Noorden, 15 oktober 2016)