Dat het precies moet gaan regenen als ik net wil gaan grasmaaien. Dat moet dan zo zijn, denk ik dan. Eerst nog maar een kop koffie. Is de koffie op. Ook toevallig.
Of probeert het lot mij iets duidelijk te maken? Ik kijk uit het raam en zie een gezonde bui neerdalen op de bloeiende aardappels in de verte. Dat regelt de natuur weer mooi. Hoe droog het ook is, er komt ook altijd wel weer regen. Is dat de symbolische boodschap die mij hier gegeven wordt? En wie of wat heeft tijd om mij signalen te geven. God? Nee, die bestaat niet. Ik heb het nog niet gedacht of een felle flits, gevolgd door een geweldig harde, scheurende donder laat de ruiten trillen. Ik moet lachen. Dat was wel een heel duidelijk teken. Of gewoon onweer. Want dat is het namelijk gewoon. Niet alles is symbolisch. Dat doe je zelf. Dat zie je zelf. Dat hoor je zelf. En daarom lijkt het soms dat het echt zo is. Denk dat het zo werkt. Maar ja, zeker weten doe je dat niet.
Soms zit je te wachten op een teken. Dan weet je niet wat je moet. Dan hoop je dat een heldere, vallende ster je precies op het goeie moment een laatste zetje geeft om een bepaalde knoop door te hakken. Of je hoopt dat je iemand zomaar op straat in het voorbijgaan een woord hoort zeggen waardoor je opeens zeker weet dat je een beslissing op een bepaalde manier moet nemen. Maar dat gebeurt dan niet. Je weet nog steeds niet wat je moet doen en zoekt naar signalen. Je ziet ze niet, je hoort ze niet. Je moet het zelf doen. Zelf beslissen. Dan maak je die beslissing en opeens: overal zie je dingen waardoor je zeker weet dat je beslissing goed was. Een regenboog. Een bepaald liedje op de radio, net precies dan. Een telefoontje van iemand aan wie je net dacht. Een autorit met alleen maar groene verkeerslichten.
Toen Obama, met de hand op de Bijbel, tijdens zijn inauguratie even een beetje struikelde over een woord dacht ik: ojee, dat is een heel slecht teken. Dat brengt ongeluk. Die gedachte bleek onzin te zijn. Niks aan de hand. Toen ik drie minuten 40 was en even door de regen naar de schuur liep om nog wat hout voor de kachel te halen, uitgleed en met mijn gezicht in de modder belandde, dacht ik ook: dat zal me een lekker jaar worden dan. Was ook onzin. Werd een heel mooi jaar.
Dus ik heb me op een gegeven moment voorgenomen om het allemaal wat realistischer te bekijken. Vooral omdat het op zich natuurlijk een overblijfsel is van een afgebrokkeld geloof in God. Als je gelooft, is God degene die de tekenen geeft. Als je niet meer in God gelooft, maar wel overal tekenen in blijft zien, ben je nog steeds erg religieus maar dan zonder God. Ach, ik prakkiseer ook maar wat raak. De regen is voorbij. De vogeltjes fluiten weer. De zon komt erdoor. Een goed teken!
Dagblad van het Noorden, 4 juli 2020