Wederom haal ik een auto in met een kapot achterlicht. Het begint op te vallen. De laatste dagen, of eigenlijk de laatste nachten, kom ik voortdurend auto’s tegen waarvan een van de lichten niet brandt. Een koplamp stuk. Een achterlicht dat het niet doet. Opvallend vaak. Dat moet toeval zijn.
Er waren tijden dat ik dacht dat zoiets een boodschap was. Een teken. Maar waarom zouden op verschillende avonden, verschillende auto’s, op verschillende wegen één van de lampen kapot hebben om mij een teken te geven. En als het al zo was, wat zou de boodschap dan zijn? Ik heb geen idee. En mede daarom weet ik ook zeker dat het puur toeval is. Wie of wat zou mij een teken moeten geven? En waarom? Als er al een wie of wat is die tekens geeft, waarom dan aan mij? Wat moet ik ermee? Die iets of iemand heeft in deze wereld, met alles wat er loos is, toch wel wat anders aan het hoofd dan mij tekens te geven?
Ja, ooit kon ik een vallende ster zien en dan zeker weten dat die een teken gaf aan mij. Dat je net ergens over nadacht. Zou ik nou wel, zou ik nou niet. En dan opeens zo’n felle streep aan de nachtelijke hemel. Ja dus, ik doe het! Dankjewel.
Columbus wist wanneer er een zonsverduistering zou komen. Precies rond dat uur ging hij aan land op een eiland vol indianen die de zon als God aanbaden. Hij deed net of hij bij machte was het zonlicht te verzwakken. De indianen geloofden hem eerst niet. De zonsverduistering begon en ze waren om. Een duidelijk teken. Deze vreemde bezoekers met hun grote schepen moesten wel afgezanten zijn van de goden. Columbus kon verder z’n gang gaan.
Of dit verhaal waar is, dat weet je niet. Zou wel kunnen. Maar het is al lang geleden. Het blijven doorvertelde verhalen.
Op de lagere school, in de kring, fluisterde je elkaar een zin in het oor. Geweldig hoe die zin aan het eind van de kring was veranderd. Zo gaat het ook vaak met geschiedenis waarschijnlijk.
De tachtigjarige oorlog duurde echt tachtig jaar. Maar we weten wel dat ‘wij’ niet tachtig jaar lang, elke dag van de week strijd geleverd hebben tegen de Spanjaarden. Toch heeft Spanje het maar mooi tachtig jaar lang niet van ons kunnen winnen. Zo goed waren we wel! Na uitgebreid onderzoek in Spaanse archieven blijkt nu dat de Spanjaarden destijds vaak wel iets anders aan de kop hadden. Andere oorlogen die veel belangrijker waren. Oorlogen waar veel meer geld naartoe ging. De strijd tegen de rebellen in de lage landen, die kwam wel weer als er tijd en geld was.
Wie vertelt het verhaal? Wat is waar? Is iets toeval of gevolg van een plan?
Het is rustig op de grote weg. Het is laat. Bijna thuis. En ja hoor, wederom zie ik een auto met een kapotte koplamp. Als ik ‘m voorbijgereden ben zie ik een felle lichtstreep boven de horizon. Wat een toeval! Wat zou dat betekenen?
Dagblad van het Noorden, 26 oktober 2019