Als misdienaar heb ik in mijn jeugd nogal wat begrafenissen meegemaakt. Bijna elke vrijdag. Een begrafenis was heel anders dan de zondagse mis. Wijwater en wierookvat kwamen tevoorschijn en de sfeer was nog plechtiger dan anders.
Het orgel speelde gedempt en het koor zong, naast enkele gregoriaanse gezangen, ook tragisch slepend het prachtige lied ‘Blijf mij nabij’. Ook al zat de halve kerk zachtjes te schreien, wij misdienaars bleven plechtig voor ons uitkijken. Zo werden we erg goed in het binnenhouden van tranen.
Als we na de uitvaartmis samen met de mensen en hun overleden dierbare zwijgend naar de begraafplaats achter in het kerkebos liepen, hoorde je eerst het laatste gezang In Paradisum verstommen, dan een paar laatste slagen van de kerkklok, en dan alleen nog maar de vogels. Doodstil liep een stoet mensen onder machtige beukenbomen naar de doodsakker, waar zoveel bekende achternamen te lezen zijn op de zerken. Daar ging meneer pastoor voor in gebed, zong nog iets in het Latijn en gaf een laatste zegen met wijwater en wierook. Dan een schepje grond op de kist en een allerlaatste gebed.
Toen ik later in mijn leven op begrafenissen elders moest zijn, was ik wel eens gechoqueerd. Bij een rumoerige begrafenis aan de andere kant van het land, werden er voor de microfoon harde grappen gemaakt en moesten we allemaal met een benzinestift een laatste groet op de kist schrijven. Iemand had er zelfs opgezet: ‘daar ga je, ouwe pik’. Bij een andere uitvaart hoorde ik rond de kist halve conferences van ‘beste vrienden’. Toespraakjes met een vrijpostigheid die zelfs op een bruiloft nog niet door de beugel zouden kunnen. Tenenkrommend. Respectloos. Tragisch. Dat vond ik tenminste. Maar wie ben ik? Ik heb mezelf inmiddels aangeleerd te denken: iedereen gaat om met de dood op z’n eigen manier. Mag je nooit commentaar op hebben. Dus als mensen op TV de lachers op de hand willen hebben door hun overleden held voor schut te zetten; prima. Dat is hoe het werkt in hún kringetje. Hoe onbeschaafd en ordinair het ook overkomt, dat is hoe dié mensen dat meegekregen hebben van huis uit. Een ander cultuurtje. En je moet respect hebben voor andere culturen.
(Dagblad van het Noorden, 29 april 2017)