Je ziet ze van verre aankomen. Op de fiets. Lichte bepakking. Iets voorover tegen de wind in. Regenkleding. Vermoeide, koude gezichten. Ze hadden zich er iets anders bij voorgesteld toen ze besloten door Drenthe te gaan fietsen. Ze staan bij een brug op hun telefoon te kijken en wijzen dan ieder een andere kant op. Ze besluiten rechts te gaan. Ik zou links gegaan zijn. Rechts is het nog veel vlakker en niet bepaald mooi. Eigenlijk heb ik het ook nog wel een beetje met ze te doen.
Je hoort ze van verre in de supermarkt. Mensen die hier op vakantie zijn. Ze bespreken op die typische, West-Nederlandse toon met elkaar wat ze in hun karretje doen. Dat ze de vorige keer dat ene kaasje hadden maar dat dat tegenviel. En dat ze in deze winkel toch hetzelfde aanbod hebben als thuis. Misschien nog wel meer. Daarna gaan ze tellen voor hoeveel dagen ze nog koffiemelk hebben. Een beetje leeg kijken ze rond. Wat moeten ze nog meer hebben? Je ziet een bepaalde verslagenheid in hun gezicht. Of een verlangen naar Griekenland. Ja, ik heb het inderdaad een beetje met ze te doen.
Weer zo’n stortbui. Precies wat ze jaren geleden voorspeld hebben. Het klimaat wordt anders. We zouden meer stortbuien krijgen. Dat hebben ze goed aan zien komen. Gelukkig zit ik binnen. Potje thee erbij. Gitaar op schoot. Beetje naar buiten kijken. Het heeft nog wel wat ook. Soort gezelligheid. Wat een water. Je zult nu maar in een tent zitten. Ik denk aan de mensen die hier in de buurt op campings staan. Ze hadden mooie plannen. Naar dat mooie, lege Drenthe. Geen vliegschaamte. Geen gedoe met coron-atoestanden. Lekker in de herfst aan vrienden verhalen vertellen over hoe fijn en bijzonder het in Drenthe nog is. En hoe puur de mensen nog zijn. Dat je daar niet voor naar het platteland van Frankrijk hoeft. Het had ze zo mooi geleken.
Je zult nu maar in een tent zitten, denk ik bij de volgende fikse regenbui. Ik kan er maar één voordeel aan bedenken: je hebt dan in ieder geval wel een mooi oud streektaalwoord geleerd. Een begrip waar je in het Nederlands heel wat woorden voor nodig hebt. In de regen in een tent wordt alles, van de slaapzak tot de koekjes, van de krant tot de lucifers, werkelijk alles wordt slof.
Dagblad van het Noorden, 21 augustus