Vliege, vliege, a’k ow kriege, a’k ow kriege houw ik ow plat. Vliege, vliege a’k ow kriege, hè daor ha’k ow haost ehad. Dit mooie lied van Hans Keuper plopt mij altijd in de kop omhoog als ik met een vliegenvanger door het huis loop. Ik vind het niet leuk om vliegen dood te slaan. Ik vind het ook smerig. Zonder ze dood te slaan zijn ze al vies, vind ik. Daarom: ik wil ze gewoon niet in huis hebben. En het gekke is, je hoeft het raam nog niet open te doen en ze zijn al binnen. En als je denkt: liever een paar vliegen maar wel even wat frisse lucht, dan zijn ze binnen no time met een groepje. Ik vind het geluid ook irritant. Net of je in de verte van die motoren hoort die veel te hard optrekken. Maar dan dichtbij en dat het dus vliegen zijn. Nee, ik heb het niet over muggen. In de spreektaal/streektaal is daarover nogal eens verwarring. Wat is het nou? Een vlieg, een mug of een neefie? Een neefie is een mug. Die steekt. Maar een vlieg wordt ook vaak een mug genoemd. Maar het is een vlieg. Ik zal Hans Keuper eens vragen welk dier hij bedoelt in zijn lied.
Hans Keuper is een liedschrijver/verhalenverteller uit de Achterhoek. Geboren in Dinxperlo. Hij weet enorm veel van streektalen en met name van het Nedersaksisch. Toen ik nog maar net in de streektaal schreef, leerde hij mij dat ik niet ‘loop’m’ moest schrijven, maar ‘Lopen’. In Duitsland schrijven ze ook niet ‘haab’m’. Daar schrijven ze ‘haben’ en de klank is ‘haab’m’. In het Nederlands schrijven we ook niet alles precies zoals het klinkt. Waarom zou je dat in een streektaal opeens wel doen? Een officiële spelling aanhouden is belangrijk. Dan is het een taal en geen geestig dialectje. Hans vertelde me ook voor het eerst over de Saksen. Dat die rond 800 na Christus onder aanvoering van Widukind ten strijde trokken tegen Karel de Grote. De Saksen verloren en werden toen gedwongen christen te worden. Dat ging niet vanzelf. Er zijn lugubere veldslagen geleverd. Rivieren van bloed.
En ik hier een beetje moeite hebben met het doodslaan van een vlieg. Ergens vind ik het gewoon een beetje zielig ook. Die grens schuift toch op blijkbaar. Dat vond ik vroeger niet zielig. Een kip slachten vond ik wel zielig. Dat heb ik dan ook nog nooit gedaan. Ik hou van dieren. Maar vliegen sla ik dus wel dood. Ik doe dus wel een vlieg kwaad. Dat is geen mooi gevoel. Iedereen wil iemand zijn die nog geen vlieg kwaad doet. Alhoewel… Er zijn ook slechte mensen in de wereld. Mensen die er geen problemen mee hebben om een ander mens dood te maken. Ja, ik weet het wel, er zijn ook veel goeie mensen. Heel veel goeie mensen die met elkaar zuchten: „Wat een wereld…”
Dagblad van het Noorden, 10 juli 2021