Het gaat goed met de koolmeesjes. Sinds ik een paar nestkastjes opgehangen heb, hebben ze het er maar druk mee. Ik was al verbaasd over hoe snel ze in de gaten hadden dat ik die kastjes voor ze opgehangen had. Ik was nog niet binnen van het aan de boom schroeven of ze gluurden al door het kleine gaatje van de vogelkastjes naar binnen. En nu zie ik ze af en aan vliegen met takjes en spul. Ik denk dat ze lekkere nestjes bouwen.
Ik kijk vaak naar dit schouwspel. Want dat is het. Een spel om te aanschouwen. Het relativeert. Ik kijk niet meer naar het nieuws op tv. Ik zorg wel dat ik op de hoogte blijf van het grootste nieuws. Maar waar komt het nieuws vandaan? Wie zegt wat en waarom? Wie of wat kun je nou eigenlijk vertrouwen? Als ik weer zo ga denken, dan kijk ik even weer naar de koolmeesjes.
Er komt ook af en toe een roodborstje voor het raam zitten. Ik mag graag denken dat het iedere keer als ik ‘m zie om hetzelfde vogeltje gaat. En ik zag ‘m voor het eerst toen een goede vriend van mij net was overleden. Daarom zeg ik altijd moi tegen dat vogeltje, omdat het misschien wel mijn goede vriend is in een volgend leven. Dat hij even goeiedag komt tjippen.
Ik weet ook wel dat het niet zo zit. Het is gewoon een vogeltje. En die heeft niks met een overleden mens te maken. Maar ja, toe maar. Het relativeert wel even lekker. Geeft mij een goed gevoel even. Kan mij het schelen dat het niet te bewijzen is. Moet alles dan per se bewezen worden? Voor de wetenschap wel. Dat is belangrijk. Anders blijven we steken. Dan komen we niet verder. En we moeten verder. Anders kunnen we net zo goed teruggaan. Moet vaak aan dat stukje denken over die twee lui die het kanaal overzwemmen. Ze zijn er bijna. Zegt er een van hen dat-ie teruggaat omdat hij te moe is.
We verlangen allemaal naar een teken van hoop. We voelen het in de zon. We zien het in de natuur die weer tot leven komt. We merken het in contact met anderen via de telefoon of een videogesprek. We horen het in muziek en zien het in andere vormen van kunst.
Al die mensen die zo hard hun best doen in al die ziekenhuizen. Al die andere mensen die goeie dingen doen. We houden de moed erin.
We gaan richting Pasen. Geen paasvuren dit jaar. De rook van zulke vuren, die ons sinds voorchristelijke tijden beschermt tegen rampspoed en ellende, zal dit jaar niet over het Saksenland trekken. Daar geloven we ook niet meer in. Dus is het alleen de traditie die we zullen missen. Met z’n allen in rust bij een vuur staan om te vieren dat de toekomst begonnen is.
De koolmeesjes vliegen nog steeds af en aan. De toekomst begint eigenlijk elke seconde opnieuw.
Dagblad van het Noorden, 4 april 2020