De treinen lopen niet zoals het hoort. Dikke vertragingen overal. Heb gelukkig mijn overstap gehaald. Zit nu in de trein tussen Zwolle en Emmen. Tegenover mij een oudere dame. Ze kijkt droefgeestig uit het raam. Het mooie, vredige groene Salland is misschien ook wel iets om melancholiek van te worden, naast alle ellende in de wereld. Ik pak het treinkrantje. Alle nieuws heb ik al gelezen. Ik doe het krantje weer weg, want je moet haast nog uitkijken dat je er niet cynisch of depri van wordt, van al het nare nieuws.
Ik ga ook maar uit het raam kijken. Net als de oudere dame tegenover mij. Wat zal ze zijn? Misschien wel tachtig. Dan was ze dus tien jaar oud in 1944. Dan weet je nog wel iets van de oorlog. En dan die tijd na de oorlog. Indonesië, de koude oorlog. Vietnam. Ik kijk door mijn zonnebril naar haar ogen. Die ogen hebben veel gezien qua spanningen en ellende in de wereld. Ze zucht diep. Ik heb wel wat met haar te doen. De wereld wankelt een beetje. Voor mensen van die leeftijd moet het toch nóg vreselijker zijn dat bijvoorbeeld de Jodenhaat weer openlijk de kop opsteekt. Ik kan me het goed voorstellen dat ze zo zucht. Ze schudt zelfs een beetje met haar hoofd. Misschien maar even een praatje met haar maken.
Op zoek naar een opening pak ik het krantje weer en sla ‘m opzichtig open. Dan zeg ik zuchtend hardop: „Ja, het is wat”. Ik doe de krant weer weg en de dame kijkt me strak aan. „Ja, het is zeker wat”, zegt ze fel. We pingpongen wat algemeenheden over en weer. „Ja, we moeten het er maar mee doen.” „Ach ja, toe maar, wij hebben het niet voor het zeggen.”
Als we Mariënberg voorbijrijden, bedenk ik hoe ik haar kan vragen of de spanning in de wereld nu erger is dan bijvoorbeeld ten tijde van de Cubacrisis. Net als ik mijn mond open wil doen, zegt de oudere dame: „Vroeger was dat toch anders, dan wist je, dat komt wel goed. Toen was het overzichtelijker en dan werd het opgelost. Hoe moeilijk kan het in vredesnaam zijn om de trein op tijd te laten lopen! Nu moet m’n dochter een half uur wachten op station Coevorden.”
(Dagblad van het Noorden, 26 juli)