Liep laatst even naar de sloot hier achter mijn huis. Eigenlijk is het een wieke. Dus tussen een kanaal en een sloot in, qua grootte. Maar ‘wieke’ is geen Nederlands. En ‘wijk’ is wat mij betreft nieuwbouw bij een stad.
Maar goed, ik stond daar. Gewoon even kijken. Het was mooi weer. Rijen lange wolken hingen in de knalblauwe lucht tot achter de horizon.
Je staat er niet alle dagen bij stil. Maar soms verneem je opeens hoe diep je wortels zitten. Soort gevoel wat je met koffie kunt hebben. Je drinkt het elke dag. Maar soms, zomaar opeens denk je bij een zomaar ingeschonken kopje: wat hou ik toch enorm van koffie.
Ik leerde ooit van iemand die half Duits is het woord Fernweh. Het tegenovergestelde van heimwee. Dat je enorm kunt verlangen naar plekken die ver weg zijn. Dat ken ik maar al te goed. Oh, wat wil ik soms graag in dat ene plaatsje zijn in Montana. Daar in dat motel gewoon even in die stoel zitten met de tv afgestemd op het country music-kanaal. Wetende dat er rond dat plaatsje verder helemaal niks is, behalve stilte en rollende heuvels begroeid met prairiegras. Daar kan ik heel gelukkig zijn. Ik ga er dan ook bijna elk jaar naartoe. Soms wil ik zo enorm graag even in Chicago zijn om naar die grote concertzaal te gaan waar ik ooit de 4e van Brahms hoorde alsof-ie net geschreven was. Of even terug naar dat riviertje in Frankrijk waar ik ooit weken in stond te hengelen zonder wat te vangen. Of in dat ene restaurant in België waar ze alleen dingen klaarmaken die op dat moment in de natuur rond die plek te eten zijn. Of in Twente bij die watermolen. Of in Groningen, daar langs het Ruiten-Aa-kanaal. Prachtige wereld daar. En zo zijn er nog wat plekken op de wereld waar ik soms gewoon even heel erg graag heen wil. Zo graag dat het een beetje zeer doet. Fernweh. Maar het aparte is, als ik daadwerkelijk op een van die plekken ben, heb ik ook altijd een moment dat ik denk: was ik nou maar daar bij mij achter bij de wieke. En daar stond ik laatst dus. Zonder Fernweh, zonder heimwee. Ook wel een keer mooi.
(Dagblad van het Noorden, 8 oktober 2016)