Als ze eerder vroegen wat ik later wilde worden, wist ik vaak niet wat ik moest zeggen. Ik had geen idee. Toen we het heilig vormsel deden en we met de hele klas in de mooiste kleertjes in een kring op het priesterkoor voorin de kerk zaten, ging de pastoor rond met de microfoon. Hij vroeg ons wat we later wilden worden. Ik hoorde klasgenootjes zeggen dat ze verpleegster wilden worden of timmerman. Straaljagerpiloot, badjuffrouw, automonteur, metselaar, kapster, alles kwam voorbij. Toen de pastoor de microfoon voor het jongentje naast mij hield en vroeg wat hij wilde worden, greep die de microfoon en riep er keihard in: ,,PAUS”. Dat was de eerste keer dat er behoorlijk hard en lang gelachen werd in de Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangenkerk te Erica.
Daarna ging ik erover nadenken. Iedereen lachte dan wel zo hard, maar die jongen zou op zich paus kunnen worden. Hij kon heel goed leren en was een goeie misdienaar. Blijkbaar geloofde ik toen al dat alles kan. Paus worden leek me niks voor mij. Maar iets worden in de kerk, dat leek me misschien wel wat. Als ik bijvoorbeeld later in een klooster zou gaan, kon ik mooi de hele dag op het kerkorgel. Misschien wel wat doen in de keuken ook. En een beetje op een bankje kijken naar hoe mooi God de wereld heeft geschapen. Beetje gezellig praten met de andere paters. Beetje lezen in de Bijbel. Ja, er kwam een tijd dat ik opeens wist wat ik later wilde worden. Toen ik het een keer hardop zei in de klas, werd er nog harder gelachen dan om de jongen die paus wilde worden.
Ik heb het er één keer met meneer pastoor over gehad. Die zei dat ik wel jong was om over zoiets na te denken. Een paar jaar heb ik ermee rondgelopen. Ik was een vrome misdienaar, las voor mijn plezier uit de kinderbijbel, ik speelde thuis elke dag orgel en in het weekend in de kerk. Het zou me mooi lijken. Weg van de gewone wereld.
Maar op een mooie lentedag werd ik voor het eerst verliefd. Ik kon er niks aan doen. Heel erg verliefd. Dat kon niet als je in een klooster wilde, dacht ik. Dus ik zette een streep door mijn kloosterlingenplan. Vanaf die dag wist ik weer niet wat ik later wilde worden. Geen idee. Nog steeds niet trouwens.
Dagblad van het Noorden, 22 februari 2025