Sinterklaas zelf zit op dit moment alweer mooi in Madrid. Het hele feest is achter de rug. Heb er eigenlijk niet zoveel van meegekregen dit jaar.
Natuurlijk denk ik op 5 december nog wel aan Sint Nicolaas. De zoetste jeugdherinneringen. En niet alleen door borstplaat, marsepein, chocoladeletter, banketletter, suikerkikker en chocoladesigaretten. Dat chocoladesigaretten nog steeds bestaan vind ik wel erg opmerkelijk trouwens. Dat is toch niet meer van deze tijd? Weet niet of er ouders zijn die hun kinderen nog chocoladesigaretten in hun schoentje doen. Lijkt mij sterk. Kinderen leren dat een sigaret iets cools is, dat kan toch eigenlijk niet? Dáár zijn we het allemaal wel over eens toch?
Toen ik klein was wilde ik graag een keer zwarte piet zijn. Mijn moeder vond het goed en bij de drogist kocht ze een tube zwartepietenzwart. Ergens was een blauwe pofbroek weggetoverd en onder een dikke rode trui droeg ik een andere trui en een hemd natuurlijk. Mijn moeders witte handschoenen, die bij haar trouwjurk hoorden, mocht ik ook aan. Ze schminkte mijn hoofd zwart. Zwarte krullen had ik al. Ik had buiten in de bosjes al een roe bij elkaar gesprokkeld. Touwtje eromheen en dan klaar. Ik was Zwarte Piet.
En toen? Moeder zei dat ik maar naar opa en oma moest gaan om het te laten zien. En dat ik daar dan maar flink met m’n roe op de keukendeur moest slaan. Oma zag me vanuit haar stoel voor het raam al aankomen. Ik rende naar binnen en roffelde op de keukendeur. Oma riep dat Zwarte Piet maar gauw binnen moest komen.
Ik sloeg de deur open en zag opa opschrikken van zijn boek. Hij schreeuwde het uit! Hij jammerde dat hij niet in de zak mee wilde naar Spanje. Hij stond moeizaam op en knielde vervolgens voor me neer. Of ik hem wilde sparen want oma kon het niet af zonder hem, en hij was heus wel stout geweest maar een zakje zout zou toch ook voldoende moeten zijn voor alle slechts wat hij gedaan had.
Ik werd een beetje bang. Oma begon te lachen en zei tegen opa dat hij mij niet voor de gek moest houden. Maar opa ging door. Hij zou zijn leven beteren, als ik hem maar niet meenam naar Spanje in de zak. Ik zei tegen opa dat ík het was. Opa antwoordde dat hij goed wist wie Zwarte Piet was en deed vervolgens alsof hij hard moest huilen. Ik ben snel naar huis gefietst en vertelde het verhaal.
Mijn moeder haalde de schmink weer van mijn gezicht en ik kwam in bad.
De volgende dag zei ze dat ik maar weer naar opa en oma moest gaan. Opa vond het mooi dat ik er was en vertelde mij dat hij zowat er niet meer was geweest omdat Zwarte Piet hem bijna meegenomen naar Spanje had die dag ervoor.
We zijn inmiddels misschien al wel veertig jaar verder. Ik geloof oprecht niet meer in Sinterklaas en Zwarte Piet. Wel in zoete herinneringen.
Dagblad van het Noorden, 7 december 2019